dinsdag 8 december 2009

Over het denken

Inleiding over het denken.


Het denken is een uitstekende dienaar, maar een slechte meester.


"We can't solve problems by using the same kind of thinking we used when we created them." – Albert Einstein
“We kunnen geen problemen oplossen met hetzelfde soort denken als waarmee we de problemen gecreëerd hebben.” – Albert Einstein

Deze tekst is ontstaan vanuit een specifieke vraag: Hoe kan ik mijn verstand tot rust brengen? , en vanuit het besef dat we al te vaak door het denken beheerst worden en dat we het niet zomaar kunnen stopzetten. Het is geen knop die je aan of uit draait. Het houdt ons uit onze slaap, uit onze concentratie, het creëert stress, maakt ons vaak ongelukkig, of bezorgd … houdt ons in ieder geval bezig, terwijl we eigenlijk innerlijke rust nodig hebben.


Onze problemen en ons lijden worden veroorzaakt door dat denken; het denken dat van alles een verhaal maakt en waarmee wij ons gaan vereenzelvigen. Ons ego is de som van alle ideeën die we over onszelf hebben en waarmee we ons zijn gaan identificeren, de som van alle ideeën die we door ervaring, herinneringen, opvoeding hebben opgedaan.

Om opnieuw tot innerlijk rust te komen, ons uit ons lijden te verlossen, moeten we ons denken tot rust kunnen brengen, moeten we de stroom van gedachten, die ons constant overrompelt, kunnen stoppen.

Vooraleer we zoeken naar manieren om dit te kunnen (en daar zijn talrijke tips voor), is het misschien interessant om even stil te staan bij ons ego en ons verstand. Het verstand is zo’n krachtig en fantastisch instrument, en toch zorgt het ogenschijnlijk tegelijkertijd voor zoveel problemen en voor zoveel leed. Toch is het onmogelijk om zonder ons verstand in deze wereld te functioneren. Het lijkt een onoplosbare tegenstrijdigheid te zijn. We hebben ons verstand nodig en tegelijkertijd helpt het ons de dieperik in.

Op dit punt is het misschien interessant om na te gaan wat dat verstand eigenlijk is en vooral hoe het werkt. Ramesh Balsekar, een Indische advaita leraar, maakt hier een onderscheid tussen het “werkend verstand” en het “denkend verstand”. Balsekar maakt hetzelfde onderscheid voor het ego. Hij spreekt over een “werkend ego” en een “denkend ego”. Voor alle duidelijkheid zouden we misschien beter spreken over het “werkend verstand en ego” en het “fantaserend verstand en ego”, omdat hier in het Westen het woordje “denken” heel hoog aangeprezen staat, en dit zou tot verwarring kunnen leiden. Want het is juist dat “denken verstand en ego” waar Balsekar het over heeft, dat zoveel leed veroorzaakt.

Hier laten we balsekar even zelf aan het woord:
“Het woord ego is in een slecht daglicht komen te staan. Dat komt omdat we het woord niet begrijpen. Ego, geïdentificeerd met het lichaam is het werkverstand en een noodzakelijke voorwaarde voor het lichaam om te kunnen functioneren. Wat er in het geval van verlichting ontbreekt, is het denkverstand, dat nimmer in het nu leeft. Het werkverstand leeft altijd in het nu en doet wat er op dat moment noodzakelijk is. Het denkverstand leeft altijd in het verleden of in de toekomst.
U moet werkelijk begrijpen wat bedoeld wordt met ego. Ego als een uitvoerend orgaan, als het werkverstand, moet bestaan. Als men je met je naam aanroept zal je je omdraaien. Het is noodzakelijk dat je je identificeert met je lichaam, maar enkel om te kunnen functioneren. Alleen het ego als denkverstand, dat denkt aan de consequenties, dat denkt als persoon die handelt, dat ego is de oorzaak van alle ellende.”



We moeten dus een duidelijk onderscheid maken tussen het fantaserend denkverstand of het denkego en het werkverstand of werkego.

Het werkend verstand of ego, is volgens Balsekar, de opslagplaats van erfelijke aanleg, je fundamentele natuur, en van alle conditionering die daarna plaatsvindt door ervaring, opvoeding, beschaving en alles wat er op dit moment met ons organisme gebeurt. Het is wat werkt, denkt, ageert. Het is dynamisch en verandert constant, gevoed door elke nieuwe ervaring.
Het werkend verstand doet wat er op dat moment nodig is, en meer niet. Het rekent, schrijft, ageert, maakt plannen als er gepland moet worden, zorgt ervoor dat we op tijd op ons werk komen, dat we afspraken respecteren ed… maakt dat we kunnen functioneren, aan de hand van alle opgeslagen informatie, maar creëert geen verhaal en geen problemen waarmee we ons kunnen identificeren. Het staat tot onze dienst.
Stel dat we nu heel fier zijn op dat geweldig verstand van ons en dat we ons met dat verstand gaan identificeren, dan is dat ons fantaserend/denkend verstand dat is beginnen werken. We staan er gewoon niet bij stil dat het gebeurt, maar het gebeurt. Het gebeurt constant. Zodra er een verhaal gecreëerd wordt waarmee wij ons identificeren is het fantaserend/denkend verstand aan het werk. Het werkend verstand zal dergelijke bedenkingen niet maken.
Stel dat we in de wagen ergens naartoe rijden en dat we in een file terecht komen , dan zal het fantaserend/denkend verstand zich beginnen ergeren, zal klagen over de verschrikkelijke situatie van het verkeer hier in België … maar zal geen oplossing bieden. Het werkend verstand zal daarentegen, als het er de kans toe krijgt, opteren voor de meest efficiënte oplossing: zal naar een alternatieve route zoeken en als blijkt dat er geen is, zal het opnieuw tot rust komen en zullen we berusten in het feit dat er op dat ogenblik niets anders op zit dan rustig de situatie te aanvaarden. Dan komen we bij een bekende uitspraak: “Geef mij de kracht om te veranderen wat veranderd kan worden. Geef mij de moed om te aanvaarden wat niet veranderd kan worden en geef mij de wijsheid om het onderscheid te kunnen maken tussen beide.” Marcus Aurelius
Het werkend verstand komt in actie wanneer het nodig is, kiest voor de meest efficiënte oplossing, doet wat het moet doen en komt dan opnieuw tot rust. Het laat plaats voor de stilte. Het werkend verstand kan ook alleen efficiënt werken als het kan werken tegen de achtergrond van die stilte. Als het fantaserend/denkend verstand met van alles bezig is, kan het werkend verstand zijn werk niet goed doen. Men zegt dan dat men niet geïnspireerd is. Dat komt gewoon omdat het fantaserend/denkend verstand de inspiratie in de weg staat. Inspiratie die altijd uit de diepe bron van de Stilte komt. Het is ons misschien al wel opgevallen dat als we naar een oplossing voor een probleem zoeken, die oplossing zich meestal aanbiedt als we even gestopt zijn met eraan te denken, als we even iets anders zijn gaan doen, bijvoorbeeld een koffietje zijn gaan zetten, of even naar toilet zijn geweest. Dan nemen we even afstand van het probleem, en dan vooral van het denken over het probleem, zijn we heel even stil geworden, ook al zijn we ons dat niet echt gewaar en biedt zich meestal onmiddellijk nadien een heel creatieve oplossing aan.
Het is belangrijk dat we heel aandachtig zijn en dat we ons bewust worden welk denken aan het werk is. En het is niet altijd zo evident, want het is niet alleen in negatieve situaties dat het fantaserend/denkend verstand in actie treedt. Het doet dat ook in situaties die door ons als positief ervaren worden. Het meest klassieke voorbeeld is verliefd worden. Heel vaak zijn we als we verliefd worden, helemaal niet meer in staat de werkelijkheid te zien zoals die is. We zien die dan door een roze bril. Hoe aangenaam dat ook mag zijn op dat ogenblik, toch is het ook daar vaak het fantaserend/denkend verstand dat aan het werk is en ons blaasjes wijsmaakt over hoe fantastisch hij of zij wel is, hoe gelukkig we nu wel zijn, hoe onmogelijk het is om zonder hem of haar te leven … en terwijl we van de geliefde persoon verwijderd zijn creëren we een ideaal beeld van de geliefde, die in onze ogen uiteraard helemaal perfect is. Al heel snel, of soms minder snel, blijkt dat de geliefde niet helemaal aan dat ideaal beeld kan beantwoorden en daar gaat onze mooie positieve droom … het ontwaken uit de droom kan hier bijzonder pijnlijk zijn. Vaak zo pijnlijk dat verliefdheid plaats maakt voor haat en wrok, voor alle pijn dat die persoon ons gedaan heeft, terwijl wij eigenlijk diegene zijn die al die positieve kenmerken aan die persoon toekenden en ze dan ook van hem of haar eisten … Dat is het werk van het fantaserend denkverstand of ego.


Maar waar komt dat fantaserend/denkend verstand of ego nu vandaan?
Vanaf het moment dat we geboren worden, is ons verteld dat we een persoon zijn en kennelijk gaan we dat op een bepaald moment ook geloven. Met de persoon bedoelen we: een afgescheiden iets, gevangen in een body-mind, die met de wereld moet onderhandelen om zijn belangen veilig te stellen. Het fantaserend/denkend verstand of ego is een gevoel dat in ieder van ons (of toch bijna) ontstaat wanneer we ongeveer tweeënhalf jaar oud zijn. De enige functie ervan is zich de opbrengst van het werkend verstand toe te eigenen als zijnde onze eigen schepping. Het werkend verstand denkt, handelt en reageert. Het fantaserend/denkend verstand eist het auteurschap op en zegt: “dat heb IK gedacht. Dat heb IK gevoeld. Dat heb IK besloten. IK ben diegene die dat allemaal heeft gedaan”. In onze opvoeding wordt dit ook constant aangemoedigd. “Dat heb je goed gedaan, Liefje” of “Dat mag je niet doen. Das is niet goed.” Dit wordt uiteraard met de beste bedoelingen gedaan. Toch is het een ongerechtvaardigde stelling, maar die ongerechtvaardigde stelling geeft ons (dit lichaam) “auteurschap”.
Eerlijk en eenvoudig onderzoek brengt al snel aan het licht dat het organisme niet zelf zijn erfelijke aanleg heeft gecreëerd, noch zelf voor de enorme hoeveelheid conditionering, opvoeding, ervaring heeft gezorgd. Dat zou het onmogelijk hebben gekund. Maar toch eist het fantaserend/denkend verstand, het fantaserend/denkend gedeelte van ons ego het doenerschap op. Hij zegt:” IK ben degene die beslist. IK ben degene die voelt. IK ben degene die denkt”. Daarmee gaat natuurlijk ook de angst gepaard van:” Als IK het nu eens niet goed doe? Als IK het nu eens verknal?” En de schuldgevoelens: “IK heb het niet goed gedaan. IK had het anders kunnen doen, maar IK heb het niet gedaan.” We kunnen ons de vraag stellen: Wat zijn we in essentie? Een wezen of een doener?
Het werkend en het fantaserend/denkend verstand zijn één en hetzelfde verstand, maar het wordt anders gebruikt, vanuit een andere bron. Het fantaserend/denkend verstand is het verstand dat vanuit het pseudo-auteurschap werkt, het probleemmakend denken, terwijl het werkend verstand ageert vanuit de diepe bron van het Zelf.


Het leek ons interessant even bij dat onderscheid van werkend en fantaserend/denkend verstand te blijven stilstaan opdat we er ons bewust zouden kunnen van worden. Het verstand is dus niet ‘op zich’ tegelijkertijd heel nuttig en behulpzaam en heel negatief en destructief. Het hangt ervan af welk verstand er aan het werk is. Ons hiervan bewust worden is een eerste en belangrijkste stap naar een beter begrip van ons verstand. Eens we er ons van bewust zijn “welk” verstand nu eigenlijk aan het werk is, zullen we merken dat het fantaserend/denkend verstand of ego minder en minder vat op ons zal hebben. We zullen merken dat het fantaseren heel snel zal ophouden als we er bewust naar kijken.


Dit brengt ons opnieuw naar ons oorspronkelijke vraag: Hoe brengen we ons verstand (dat fantaserend/denkend verstand dan voornamelijk) tot rust?

We zouden deze vraag op veel verschillende manieren kunnen formuleren, maar de essentie ervan is eigenlijk dat, als we ons denken tot rust kunnen brengen, dat we dan ook automatisch toegang krijgen tot onze diepe bron, de Stilte, die onmetelijke ruimte van mogelijkheden, van potentieel, dat ervoor zorgt dat we ongelooflijk vindingrijk en geïnspireerd kunnen zijn als we er toegang toe hebben. Soms komt het automatisch naar de oppervlakte zonder dat we het echt door hebben, maar ook dan gebeurt het omdat we, meestal weer zonder er ons bewust van te zijn, er toegang toe hebben gekregen door heel even stil te zijn vanbinnen. Als we toegang krijgen tot die diepe Stilte zal ook ons verstand veel efficiënter kunnen werken, want het zal niet meer gedwarsboomd worden door het fantaserend/denkend verstand.

Hoe kunnen we nu ons denken tot rust brengen? Het is belangrijk dat we naar manieren, hulpmiddelen gaan zoeken om ons te helpen bewust te worden dat wij het denken niet zijn. Dat als het denken stopt, al was het maar heel even, wij er nog steeds zijn, levend en wel. Dat we dan zelfs , en meer dan tevoren, bewust Zijn! Alles wat we nu gaan ondernemen om ons van ons denken bewust te worden en te bevrijden kan trouwens alleen van uit dat Bewust Zijn gebeuren, vanuit die diepe Stilte waaruit alles gebeurt en ontstaat. Als dat niet het geval zou blijken te zijn, dan gebeurt het opnieuw vanuit ons denken en is het denken ons opnieuw aan het gebruiken. Alleen wat vanuit het Zijn gebeurt is authentiek en niet gemanipuleerd door ons denken.

Van jongsaf aan is ons geleerd om alles te labelen en in vakjes en verhaaltjes te stoppen. Wat tot op een zeker punt ook nuttig is om niet telkens opnieuw te moeten leren wat iets is, maar daardoor zijn we nu wellicht niet meer in staat om zuiver te kijken en te zien. Wellicht zien we alleen nog het etiket en niet meer het wezen op zich, laat staan dat we de levendigheid en de aanwezigheid ervan kunnen ervaren. Het labelen doodt als het ware het zuivere waarnemen. In de plaats van te zien wat er is, zien we enkel nog het etiket, het concept dat ons denken ervan gemaakt heeft, en aanzien dat concept als de werkelijkheid. Het lijkt erop alsof de werkelijkheid is verplaatst naar het denken en dat de werkelijkheid nu gekend wordt door het denken erover, en niet meer door wat ze is. Met andere woorden zouden we kunnen stellen dat het “denkend verstand” dat ‘wat is’ vervangt door ‘wat erover gedacht wordt’. Terwijl het ‘werkend verstand’ bij het zuiver waarnemen blijft. Wanneer een situatie dan actie vereist, vertrekt het ‘werkend verstand’ van ‘wat is’ en haalt het ook daar zijn inspiratie en daadkracht uit.

Er bestaat geen universele unieke methode om het denken stop te zetten. Er bestaan oneindig veel kleine trucjes, hulpmiddeltjes om je aandacht te richten op het bewustzijn van Zijn. En eigenlijk kan alles een hulpmiddel zijn, is alles een uitnodiging tot… Voor de ene zal dit werken, voor de andere weer iets anders. Ieder moet voor zich uitmaken wat het beste werkt en dan ook nog opletten dat hetgeen wat gewerkt heeft, dat dat dan niet een soort nieuw stroef geloof gaat worden, waar we ons heel strikt gaan aan houden, want dan zijn we ons opnieuw aan het opsluiten in een nieuw concept … ons denken zal op alles proberen aanspraak te maken om toch maar zijn ding te kunnen doen!!! Het denkego is heel sterk, ook al is het slechts een illusie, het is er een heel hardnekkige, even hardnekkig als het verstand krachtig is.

Alleen al in staat zijn om naar ons denken te kijken, of naar die stem in ons hoofd te luisteren, er ons van bewust te worden, is al voldoende opdat het denken minder macht over ons zou hebben. We zijn er ons nu immers van bewust dat ‘ik’ (wie of wat we zijn) het denken niet is. We identificeren ons er niet meer mee. Er ontstaat een breuk met het oude patroon. Er ontstaat een bewust moment van niet-denken. We beseffen dat het denken gewoon gebeurt, maar dat we dat niet zijn. We kunnen ernaar kijken. Datgene in ons dat ernaar kijkt, is ons diepere zelf, die bewuste aanwezigheid, die er altijd is, maar waar we ons eerst niet van bewust waren, omdat ons denken steeds op de voorgrond voor storing zorgde. Die bewuste aanwezigheid is de stille achtergrond waartegen alles gebeurt.

Terwijl we in staat zijn om naar ons denken te kijken merken we geleidelijk aan dat de gedachte die we aan het observeren zijn snel aan macht over ons verliest omdat we ons er niet meer mee identificeren. Hier begint het einde van het dwangmatig denken. Hier kan heel geleidelijk aan het fantaserend/denkend verstand tot rust komen. Dat gebeurt niet ineens, en stopt niet van het ene moment op de andere, maar naarmate we er meer en meer aandacht aan schenken, er meer en meer naar kijken, zal het ook minder en minder actief zijn. Het verliest zijn macht over ons en zal uiteindelijk tot rust komen. Op een zekere dag kan het zelfs zijn dat de stem in ons hoofd een glimlach teweegbrengt. Dat betekent dat we de inhoud van ons denken niet meer zo serieus nemen, omdat we ons minder en minder met dat denken gaan identificeren. We zijn niet meer afhankelijk van onze gedachten. Naarmate het denkend verstand rustiger wordt, zal ook het werkend verstand beter en beter functioneren en zullen we in ons dagelijks leven efficiënter, rustiger en creatiever kunnen zijn.
Het zal zelfs zo zijn dat, zelfs als ons denken bezig is en op de voorgrond komt, we ons nog steeds van de stille achtergrond zullen bewust zijn; het denken mag dan nog actief zijn, het zal de vredige stille achtergrond niet meer verdrijven.





Als we ons denken tot rust kunnen brengen, worden we ook automatisch heel rustig en vredig vanbinnen. Worden we bevrijd van alle problemen waarmee ons denken zich bezighield, of beter gezegd, ‘creëerde’, en beseffen we, herkennen we als het ware, wat een vrijheid we vanbinnen hebben. Vrijheid die zich te kennen geeft van zodra het denken stopt. Vrijheid die er altijd al geweest was, maar die tot onze diepste diepte verdrongen werd door het denken dat steeds op de voorgrond actief was. Als we die stilte herontdekken, we ons die her-inneren, zullen we merken dat we ook heel vaak vanzelf veel dieper zullen gaan ademhalen, dat we gaan ademen met het leven mee, heel diep en heel rustig – alsof we ons opgelucht voelen, alle spanning loslaten. Het kan zijn dat we eens diep gaan zuchten. Misschien heet dat ook niet voor niets een zucht van verlichting . Het brengt ons ook ogenblikkelijk in het NU. Het laat ons ook een werkelijkheid ontdekken die we niet konden vermoeden, waarbij al hetgeen je voorheen als reëel beschouwde slechts weerspiegeling van de gedachtestroom was. Er ontstaat een kijk op de realiteit die zuiver is, een gewaarwording die niet beladen is door verstandelijke kennis. Kijken wordt zuiver zien, luisteren wordt zuiver horen. Alles, ook wijzelf, wordt volledig aanwezig en duizelingwekkend levendig, helemaal tegenwoordig in deze overvloed aan Stilte, en al hetgeen gezien, gehoord of ervaren wordt, kan plots gekend worden als hetgeen het is: het Zijn zelf … datzelfde Zijn dat ook wij zijn, dat alles is, onafgescheiden: Manifestatie van het ene Leven, of manifestatie van het Ene: het Leven.


Zuiver zien is het zien van de werkelijkheid zoals die is en niet zoals wij denken dat die is. Steve Hagen – Boeddhisme in alle eenvoud

dinsdag 6 oktober 2009

Jij bent de Stilte

Jij bent de Stilte

Naar de dvd “Stilte middenin de wereld” van Eckhart Tolle


“Jij bent de hemel. De wolken zijn wat er gebeurt, wat komt en gaat.
Jij bent het licht waarin de vormen verschijnen”. – Eckhart Tolle

Tijdens vorige sessie, de laatste sessie van vorig jaar hebben we een eerste stukje van de DVD ‘Stilte middenin de wereld’ van Eckhart Tolle bekeken. Voor diegenen die er toen niet bij waren en om ons terug bij de inhoud van dat eerste deel te brengen gaan we nu heel kort samenvatten waarover het ging: We zouden het bijna in één zin kunnen samenvatten, het is het antwoord op één vraag: Wat is het fundamentele waanbeeld? Het is de identificatie, de vereenzelviging met het denken.

Laat ons er toch een klein beetje dieper op ingaan.

Tolle wil het hier voornamelijk hebben over de heerschappij dat het denken over ons heeft. Het denken heeft de westerse mens al eeuwen in zijn macht. Wij zijn ons volledig gaan identificeren met ons denken. Wij ontlenen ons eigenbeeld, ons zelfbeeld volledig aan wat we denken dat we zijn, of aan wat anderen denken dat we zijn. Dat is ons ego, dat wat ons verstand ons vertelt dat we zijn.

Toch is er meer dan ons denken. Als we maar heel even kunnen stoppen met denken, merken we dat we ook dan nog steeds leven, nog steeds mens zijn. Dus het mens-zijn is niet afhankelijk van het denkvermogen. Ruimer genomen kunnen we zelfs zeggen dat het zijn zelf helemaal niet afhankelijk is van het denkvermogen. Integendeel, het denken kan slecht werkzaam zijn tegen de achtergrond van het zijn. We kunnen ons de vraag stellen: ‘Wie of wat is zich bewust van het denken?’

Het denken is een heel nuttig en krachtig hulpmiddel. Het helpt ons om waarnemingen te plaatsen, dingen te herkennen en te begrijpen. Het helpt ons ook ons dingen te herinneren zodat we ze niet telkens opnieuw zouden moeten leren. Het organiseert het geheugen en zorgt ervoor dat we, wanneer nodig, onmiddellijk de nodige informatie kunnen terugvinden, iets kunnen herkennen. Het geheugen is een aaneenschakeling van gegevens die als het ware een verhaal vormen. Het probleem is dat wij in dat verhaal zijn gaan geloven, er betekenis zijn gaan aan geven, er ONS verhaal zijn van gaan maken, daar waar het eigenlijk gewoon een informatieverzameling is.

Het denken is heel efficiënt en heel actief, wil zijn taak goed vervullen, dus is steeds op zoek naar nieuwe dingen om te analyseren, eventueel te herkennen, te stockeren en op zoek te gaan naar nieuwe dingen. Het werkt dus in een beweging van herinnering van wat het al kent naar verwachting van wat het nog niet kent. Het staat dus nooit stil bij het NU. Dat is ook zijn taak niet. Het verstand doet wat het hoort te doen. Maar doordat we ons met dat denken vereenzelvigen vergeten wij om aanwezig te zijn in het enige wat werkelijk bestaat: het NU. Het verleden is al voorbij en de toekomst bestaat nog niet, dus het enige wat werkelijk bestaat is het NU. Toch schenken we geen aandacht aan dit moment. We volgen slaafs ons verstand, dat wat we denken te zijn en verliezen het enige echte moment dat bestaat, door er ons niet van bewust te zijn.

Willen we ons opnieuw bewust worden van het NU moeten we even het denken laten rusten. Dat denken tot rust laten komen kan door ons te omringen door een omgeving waar geen ego aanwezig is, bijvoorbeeld de natuur. De natuur ís gewoon, heeft geen ego want heeft geen denkvermogen om een eigenbeeld te creëren dat gebaseerd is op gedachten. De aanwezigheid, de présence van de natuur brengt je terug naar het NU, naar zuivere aanwezigheid door de rust en sereniteit die het uitstraalt. De natuur is één met het leven, is het leven in volle overgave.

Door ons te vereenzelvigen met ons ego, onze gedachten, leven we met z’n allen in een pseudo-realiteit enkel en alleen gebaseerd op ideeën en het verhaal dat het verstand ervan maakt. Zo gaan we ook tegenover elkaar staan en reageren. Door ons te baseren op ideeën en de linken die het verstand maakt tussen de ideeën ontstaan verschrikkelijke vooroordelen, met als gevolg dat we niet meer de moeite nemen om iemand echt te leren kennen of om zelfs onszelf nog echt te leren kennen.
Door ons te vereenzelvigen met ons ego, onze ideeën over onszelf, kunnen we ons alleen maar afsnijden, afzonderen van de andere, want onze ideeën over de andere zijn verschillend van onze ideeën over onszelf. Zo gaan we steeds meer op zoek naar onszelf in het verschil met de andere, om zo het gevoel van vereenzelviging met ons idee over onszelf te versterken.

Zo wordt de kloof tussen ik en jij, tussen mij en de andere alsmaar groter. Zo gaan we ons telkens meer en meer gaan identificeren met het verschil tussen de andere en onszelf met als gevolg dat het verschil steeds groter wordt, want we willen ons zo graag van de andere onderscheiden . Conflict versterkt dan het zelfgevoel dat ontleend is aan de ideeën die we over onszelf hebben, ons ego.

Als we dit doortrekken naar miljoenen mensen, over duizenden jaren, dan krijgen we wat we de “geschiedenis van de mensheid” noemen: een verschrikkelijk verhaal waarin miljoenen verhalen verweven zitten, allemaal gebaseerd op ideeën, op gedachten, met één gemeenschappelijk steeds terugkerend kenmerk: LIJDEN!! Pijn dat we onszelf en elkaar aandoen!



We zouden op die manier kunnen stellen dat de mensheid aan een collectieve mentale ziekte lijdt … het klinkt verschrikkelijk.

Toch moeten we even afstand nemen en het groter geheel bekijken. In het groter geheel heeft alles zijn plaats en is alles goed zoals het is, gewoon omdat het is. En wat is, kan niet anders zijn dan wat het is. Dus ook dit lijden heeft zijn plaats. Het is meestal dit lijden dat ervoor zorgt dat het verhaal, ons persoonlijk verhaal, heel onaangenaam wordt, zo onaangenaam wordt dat we er willen uit stappen. Het is als zoals bij een droom. Als we een nare droom hebben, willen we ook liefst wakker worden. Worden wij wakker?

Alles past perfect in het groter geheel. Zoals reeds gezegd is alles zoals het is, NU. Wat is, is, ook het lijden is, ook het denken en haar gevolgen is zoals het is. Het is deel van het geheel, manifestatie van de essentie. Wat niet betekent dat niets kan veranderen, alles verandert constant, maar Nu is alles zoals het is en straks zijn de dingen misschien anders en straks zal het ook NU zijn. Nu is ‘straks’ slechts een idee, maar strakst zal het ook NU zijn, het enige wat bestaat en wat is kan niet anders zijn dan wat en hoe het is.

Laat ons even terug komen op dat lijden en die nare droom. Het lijden dat we ervaren helpt ons bij de bewustwording dat het allemaal maar een nare droom is, een verhaal waarin we zijn gaan geloven, een verhaal in ons hoofd. We realiseren ons dat we niet meer in dat verhaal willen vastzitten en nemen er afstand van. We nemen er afstand van door bewuster aanwezig te zijn in het NU, door meer aandacht te hebben voor het NU. We stappen uit ons verhaal en merken dat we er nog steeds zijn, meer levend en meer aanwezig dan ooit, want we zijn uit dat fictieve verhaal gestapt, verhaal dat slechts geheugen is, slechts herinneringen, ideeën die opgeslagen zitten in ons geheugen. Het trieste verhaal waarin we waren gaan geloven en dat slechts het resultaat is van de interpretatie van ons denken van wat er op niveau van het fysieke leven met ons in het verleden gebeurd is.

Met het besef dat het slechts om een verhaal ging ontstaat tegelijkertijd het Bewustzijn, dieper Bewustzijn. Hoe fantastisch zit het leven in elkaar! Alles is een uitnodiging tot ontwaken! Zoals Tolle het zelf zegt: “misschien moest de bloem, dat het Bewustzijn is, wel wortelen in de modder, dat ons eigen verhaal is, om tot bloei te kunnen komen“. Net zoals het Boeddhistisch symbool van de lotus.



Gelijktijdig met het loslaten van het verhaal, groeit ook het besef van ‘ik ben’ als levendigheid, als zijnsheid, in plaats van ‘ik ben dit of dat’, dat de identificatie met de gedachtenstroom, met ons verhaal was. Dat zijnsbesef brengt ons bij de essentie van wat we zijn, voorbij vorm, voorbij het denken, voorbij ons lichaam en brengt ons bij wat we werkelijk zijn: het Leven, het Zijn, eeuwig … onsterfelijk!

Daar waar we naar zochten met ons verstand, wie zijn wij?, blijkt nu opeens al altijd aanwezig geweest te zijn. En eens dat besef, dat inzicht er is, realiseren we ons dat het er altijd al geweest is, en dat we het, diep vanbinnen, altijd al geweten hebben, maar dat we het niet konden duiden, omdat het verstand daar niet bij kan. Dit is een intelligentie voorbij het verstand.

Dan gaan we ons ook realiseren dat de essentie zich gewoon manifesteert via ons lichaam, via alle vormen. Het fantastische is dat alles, letterlijk alles uit die essentie bestaat en ook ontstaat en dat, zodra we ons niet meer met de vorm identificeren, we weten dat we meer zijn dan ons lichaam alleen, meer zijn dan ons denken, dat alles één is, dat alles essentie is. Die essentie is alles en is tegelijkertijd de bron van alles. Maar als we onszelf verliezen in de vorm, dan ontstaat lijden. Maar ook dat lijden is deel van het geheel. Dan zijn we onszelf kwijt en gaan we op zoek naar onszelf, meestal elders dan in onszelf, elders dan in het NU, het NU waar de essentie al altijd aanwezig is geweest.

We zijn NU en altijd (eigenlijk is hier geen enkele notie van tijd of ruimte van toepassing) in essentie een volledige en perfecte uitdrukking, een perfecte manifestatie van het Ene, de Bron, het Bewustzijn, noem het zoals je wil. We zijn altijd al Heel, Volledig.

Het lijden dat we ervaren is trouwens helemaal niet persoonlijk. Het is ons verstand dat het persoonlijk maakt. Het is gewoon inherent aan de menselijke situatie, La condition humaine, human condition. Daar vereenzelvigen we ons mee terwijl het helemaal niet persoonlijk is. Dingen gebeuren gewoon. Als we erin slagen uit ons verhaal te stappen, beseffen we dat de wereld, al hetgeen buiten ons ligt ons niet gelukkig kan maken, dat dat allemaal maar tijdelijk is, zoals alles wat uit vorm bestaat maar tijdelijk is. Geluk is iets wat inherent deel uitmaakt van ons Zelf, ons diepere Zelf, voorbij vorm. Als we bewust in het leven staan, helemaal aanwezig zijn, hebben we vrede met onszelf en met de wereld. Dan stellen we geen eisen meer naar de wereld toe. Dan is alles goed want dan weten we, zien we in, dat wat is , gewoon is, NU, op dit moment. Dan zijn we niet meer in conflict met wat is. Niet met onszelf, niet met de andere, niet met de wereld. Dan stoppen we met de situatie waarin we ons bevinden te verwerpen en zeggen we ja, stellen we ons open voor wat is, voor het huidige moment, worden we één met het moment, verbonden met het NU. Hetgeen trouwens al altijd het geval was, want het kan niet anders. Alleen worden we er ons nu bewust van. Leven is altijd NU. Leven is NU. Niets anders bestaat.





Alleen het verstand denkt daar anders over. Het verstand zegt, zich baserend op vroegere ervaringen, dat dit of dat goed of slecht is, maar dat is een interpretatie van wat is. Wat is, is niet goed of slecht. Het is. De rest is slechts interpretatie.

Door in het Nu aanwezig te zijn worden we ook veel alerter, veel levendiger, daar waar je aandacht vroeger werd opgeslorpt door de gedachtenstroom, zien we nu veel duidelijker, veel zuiverder de werkelijkheid. Plots gaan we veel meer dingen in het Nu opmerken: de pracht van muziek, een vogel die fluit, een boom langs de weg … het wonder van het leven … alles is diep aanwezig, diep en intens levend, even levend als we zelf aanwezig zijn. Leven is Aanwezigheid. Dan zijn we helemaal bezield door het leven. Dan wordt als het ware de hele wereld ons lichaam. We ademen met het Leven mee, laten het door ons stromen, zijn we in harmonie met het Leven, Nu en Altijd, op elk moment één. Tijd gaat ons niet meer domineren. Wij zijn aanwezig en aanwezigheid (presence) is altijd NU (present).

In die dimensie, in het NU, zijn we permanent verbonden met de Bron, met de Essentie van het leven, dat we zelf zijn (onsZelf) en maken we binnenin ruimte voor creativiteit, voor een diepere intuïtieve intelligentie, laten we alles door ons stromen zonder toe te laten dat ons verstand het gaat blokkeren, en komen Liefde en Vreugde, innerlijke Vrede binnen.

We ontdekken het diepere leven, het ‘ik ben’, het Zijn zelf, de ruimte die we zijn, voorbij ons lichaam, voorbij de vorm. Die ruimte, die achtergrond waartegen alle vormen zich kunnen manifesteren, die Stilte, dat Bewustzijn dat aan de oorsprong van alles ligt. Die ruimte is de oneindigheid aan mogelijkheden.

Door de herontdekking van dat Bewustzijn ervaren we eigenlijk dat Bewustzijn zichzelf ontdekt. Bewustzijn wordt zich bewust van zichzelf…

Het Zijn zelf, het Ene, het Bewustzijn, dat wat we zelf zijn voorbij de dimensie van de vorm, dat allemaal is het NU. Het Nu en onsZelf zijn één. Het Zijn zelf, het Leven zelf. De beleving ervan, het (h)erkennen ervan kunnen we Liefde noemen en dat ervaren we dan ook als overweldigend aanwezig. Het is de Bloei van het Leven – het wordt ons zomaar gegeven – dat is genade!!

“Voltooi je geboorte!
Dat is de opgave van ons leven.
Die volbrengen we niet door te presteren,
maar door te zijn.
Het ervaren van het zijn,
het ervaren van ons diepste wezen,
dat is het huiswerk van ons leven.” – Willigis Jäger (Eeuwigheid in het NU)

dinsdag 2 juni 2009

De kracht van de Stilte


De kracht van de Stilte.

Stilte is onlosmakelijk verbonden met wie je bent, in het diepste van je wezen. Wie je bent is eigenlijk gelijk aan stilte … de bron diep in jezelf. Die stilte is er al, altijd. Het is dus niet iets waar je moet naar zoeken, of dat moet gecreëerd worden. Het is wel verstopt, weggestoken achter het lawaai op de voorgrond, het lawaai van het verstand, het lawaai van de onophoudelijke stroom van gedachten. De stilte zit verstopt in de diepste dimensie van jezelf.

Wij hebben de neiging ons te gaan vereenzelvigen met deze stroom van gedachten, met de werking van het verstand. Wij zijn gaan geloven in het zelfbeeld dat het verstand over ons gecreëerd heeft. Ons verstand heeft een verhaal over ons gecreëerd, een persoonlijke geschiedenis van gedachten, bestaande uit herinneringen, opgeslagen in ons geheugen, herinneringen die ook enkel nog gedachten zijn. Op die manier ontstaat ons verhaal, het verhaal van ons leven, beperkt in tijd en beperkt in ruimte. Het verhaal van wij, van mij.
Heel af en toe, meestal onbewust, maar soms ook bewust, geraken we in contact met ons diepste wezen , met die stilte. Dat kan gebeuren door diep verwonderd te geraken of door plots in een situatie te verkeren waar je verstand even op standby gaat staan, omdat het er niet meer bij kan. De gedachtenstroom stopt dan even.

Maar meestal verkeren we onder de constante invloed van het denken. Het denken legt alles vast in concepten, wil alles analyseren en catalogeren, maakt etiketten en kleeft ze overal op. Je ziet een boom: je verstand zegt: boom, etiket, plak, gekend, niet meer interessant … op naar het volgende … als je zuiver naar de boom kan kijken, word je getroffen door de diepe stilte, die diepe stille kracht dat het uitstraalt …

Als je zuiver kijkt, zuiver waarneemt, zuiver gewaarwordt en je kan je verstand even rustig houden en weerhouden van er een etiket op te plakken, dan kom je in de dimensie waar het verstand niet meer bij kan, dan zie je de essentie, het levendige, het diep heilige … Als je het verstand laat doen, dan maakt het verstand alles levenloos door het te reduceren tot een concept, een gedachte en etiket en krijg je geen toegang meer tot het diepere, tot de stilte …


Wij zitten meestal vast, gevangen in het denken, zonder dat we er ons bewust van zijn, en zo is het al eeuwen aan de gang. Er wordt enkel geanalyseerd, geïnterpreteerd en geëtiketteerd, met als gevolg dat we denken alles te kunnen controleren. En we doen dat met alles: met mensen, de natuur, onze gevoelens, situaties … alles. Alles wordt geïnterpreteerd en ingepast in ons persoonlijk verhaal. Zo denken we alles te controleren en alles van ons te maken, alles ‘persoonlijk’ te maken (terwijl het leven helemaal niet persoonlijk is!). Door alles op die manier verstandelijk te benaderen, zien we het heilige er niet meer van. Het mooiste voorbeeld daarvan is hoe de mensheid omgaat met de natuur.

Zonder dat we het beseffen zitten we heel ons leven vast in de gevangenis van het verstand. Je hele leven wordt gereduceerd tot een concept, een verhaal, een reeks gedachten waarvan wij denken dat dat de realiteit is. Wij reduceren alles, dus ook onszelf tot een reeks gedachten dat we over onszelf hebben. Die reeks gedachten zouden we een naam kunnen geven: ons ego. Wij hebben een idee over onszelf waarmee we ons gaan identificeren en in functie waarvan we gaan reageren, inter-ageren, voelen, denken … kortom leven. We hebben geen besef meer dat dat ego van ons enkel een idee is dat we van onszelf hebben. We weten niet meer dat we eigenlijk meer zijn dan dat idee. Een idee over iets is nooit het ding op zich, het is een idee, een gedachte, een etiket … eigenlijk niet meer dan een mnemotechnisch truckje, een naam dat we aan iets geven om er over te kunnen communiceren. En daarmee identificeren we onszelf.

Eén van de eigenaardigheden van het verstand, en eigenlijk is dat vrij logisch, is dat het verstand een beetje als een computer werkt. Het analyseert, labelt, catalogeert, om het op die manier te kunnen opslaan in het geheugen, om het te bewaren voor de toekomst. Het verstand werk dus enkel in die dimensies: verleden en naar toekomst toe. Het werkt dus in een soort stroom van verleden dat bewaard moet worden naar een toekomst die nog moet komen en waar die bewaarde ‘gegevens’ eventueel van nut kunnen zijn. Al was het maar om niet telkens opnieuw te moeten leren wat een boom is. Praktisch gezien is dat zeer handig … zolang het enkel praktisch is, is daar natuurlijk niets mis mee. Maar in die stroom van verleden naar toekomst, , vergeten wij, wij die volledig beheerst worden door het verstand, dat we in het heden leven, in het NU, dat eeuwig durende, zichzelf steeds hernieuwende NU moment! Wij realiseren ons niet meer dat het NU het enige is wat echt bestaat, dat het verleden enkel een herinnering is in ons geheugen en dat de toekomst nog moet komen. Dat die toekomst alleen in gedachte kan bestaan. Gedachte die trouwens alleen in het NU kunnen opkomen. Dus, hoe dan ook, buiten het NU bestaat er helemaal niets.

Dus, daar waar het verstand een prachtig hulpmiddel is om praktisch gebruik van te maken in het moment van het NU verliezen we ons in die beweging die enkel in het verstand bestaat van verleden naar toekomst. Toekomst die enkel uit gedachten bestaat en omdat de toekomst nog moet komen kunnen we ons enkel een voorstelling maken van wat het zou kunnen zijn aan de hand van dingen die we al kennen uit het verleden. Dingen die we wensen omdat ze aangenaam waren of dingen die we vrezen omdat ze onaangenaam waren. Het verstand baseert zich op die enige dingen die het verstand kent, dingen die ooit al eens voorgevallen zijn en die onder de vorm van gedachten, herinneringen aan gevoelen en emoties, opgeslagen zijn op de harddisk dat ons geheugen is . We worden dus met andere woorden gedomineerd door ons verstand met z’n herinneringen uit het verleden en z’n verwachtingen of angsten naar de toekomst toe. Het verstand leeft nooit in het NU, staat nooit stil, dus heeft het nooit contact met het NU.



Toch kunnen we opnieuw leren in contact te komen met de stilte. Daar bestaan technieken voor . We kunnen opnieuw leren het verstand tot rust te brengen en ervoor zorgen dat het mentale lawaai veroorzaakt door die gedachtenstroom verstilt. Er bestaan verschillende vormen van meditatie, maar vroeg of laat moeten we ook die technieken laten vallen. Uiteindelijk zijn het technieken die tussen ons en onszelf staan, dus staan ze uiteindelijk ook nog ergens in de weg.

Een meer directe manier om die gedachtenstroom tot rust te brengen is door alle aandacht te richten op het enige wat echt bestaat, het NU. Door je volledige aandacht te brengen naar het NU moment word je automatisch stil, want je wordt uit die stroom van verleden naar toekomst gehaald en komt dan automatisch in het Nu terecht. Een manier om dat te doen is van je bewust te worden van de gedachten die in je omgaan en ze gewoon te observeren, alsof je even buiten jezelf zou gaan staan om jezelf te observeren. Niet dat je echt buiten jezelf staat dan, wat echt gebeurt is dat je even buiten je gedachtenstroom gaat staan en die met je ware zijn, je essentie gaat observeren. Dat is de getuige binnen jezelf die alles gewoon observeert. Dat is de stille achtergrond die altijd in je aanwezig is, dat is je ware essentie, het zuivere bewustzijn, die bron waaruit alles ontstaat , dat wat je echt bent. Dit heeft niets meer te maken met je ego, dit heeft niets meer te maken met je verstand, ook al maakt je verstand er deel van uit. Dit is zuiver Zijn. Zuiver Zijn leeft puur in het NU, heeft geen verwachtingen en aanvaart alles. Leeft onopvallend, want het eist niets, het geeft alleen maar, zoals echte Liefde dat doet, echte Liefde dat het is, echte Liefde die we in essentie zijn. Contact leggen met het NU, brengt je in die oneindige ruimte, de oerbron waaruit alles ontstaat, dat Bewustzijn dat alles aanvaart en gewoon observeert, alles geeft en pure Liefde is. Leven in het NU is leven in Liefde… en al de rest zijn enkel gedachten … enkel illusie …

Vandaar dat alle hunkeren en verlangen naar de toekomst alleen maar desillusie kan teweegbrengen. De gedachten die wij vooropstellen over de toekomst zijn enkel gedachten, gemaakt door ons verstand. Die gedachten komen uit herinneringen uit het verleden, maar het verleden is ook nog slechts een gedachte … slechts illusie, dus die toekomst kan nooit echt worden. Gedachten zijn slechts gedachten. Enkel het Nu moment is echt, dat is Leven, dat is Zijn.

De toekomst heeft nog een ander beangstigend gegeven in zich … de dood, de dood van ons lichaam. Vroeg of laat sterft elke vorm, hoe sterk het ook is. Vorm verdwijnt altijd. Elke vorm van vorm trouwens: of het nu tastbaar is of niet, zoals een gedachte. Een gedachte is een vorm en dus heel tijdelijk. Let maar eens op hoe kort het leven van een gedachte kan zijn. Vele gedachten zijn zo kort dat we ze vaak al onmiddellijk vergeten zijn. Wat wilde ik nu ook weer zeggen?  En vaak zijn ze zo vlug weg dat we ons niet eens kunnen herinneren dat we ze gehad hebben. Andere vormen zijn tastbaarder en blijven net iets langer, maar ook dat is heel relatief. Voor een eendagsvlieg is haar leven net even lang als dat van ons. Het duurt namelijk haar heel leven lang  Tijd is iets heel relatief dus. Wat voor ons slechts 1 dag is, is voor een ander wezen een leven lang. Hoe lang is ons leven dan in vergelijking met het leven van een ster? …



Maar wat je bent, wat je in essentie bent heeft niets met vorm te maken en ook niet met tijd. Het nu staat buiten de tijd. . Wat je in essentie bent is veel ruimer dan vorm. Het is bewustzijn – Bewust Zijn!! Bewust Zijn heeft geen vorm maar omvat alle vormen. Het Zijn is eeuwig, welke vorm het ook aanneemt. Het neemt enkel vorm aan om zich van zichzelf opnieuw bewust te worden, via de vorm. Het is een spel dat het Zijn speelt, een dans dat door het Zijn gedanst wordt, gewoon voor zichzelf. Het is een ode aan zichzelf. Een ode aan het Leven, een ode aan het Zijn, een innige beleving van de Liefde dat het is, omdat het haar essentie is om te geven en zich daarin verwezenlijkt. Het is meer dan wij ons kunnen voorstellen. Het is naar de dans van de sterren kijken en verstomd zijn door de schoonheid ervan … want de sterren dansen niet voor ons, ze dansen omwille van de dans, verwachten geen toeschouwers en als wij er toevallig de toeschouwer van mogen zijn, kunnen we alleen maar stil worden en verdwijnen in dit prachtig, Liefdevol moment dat ons telkens opnieuw gewoon geschonken wordt … het Leven omwille van het Leven … de dans omwille van de dans … zoveel vrijgevigheid … en er wordt niets teruggevraagd, niets verwacht. Hoe prachtig kan het Leven zijn !!?? En wat een onuitputtelijke kracht is dit niet. Daar kunnen we ons niets bij voorstellen … en dat hoeft ook niet, we moeten gewoon onze ogen opendoen … het speelt zich allemaal in en rond ons af!!! Zo begenadigd zijn wij!!!

Het is zeker niet de bedoeling om het verstand als een boosdoener te gaan bestempelen, noch het ego trouwens. Het zijn allebei heel praktische hulpmiddelen om in dit leven, in deze vorm, in ons lichaam en in de maatschappij waarin we leven te kunnen functioneren. Alleen moeten we proberen er ons niet meer mee te vereenzelvigen. We moeten ophouden met onszelf, dat wat we werkelijk in de diepte zijn, in ons verhaal of in ons verstand te gaan zoeken. Het verstand is een hulpmiddel, geen doel op zich. We zullen onszelf niet vinden in “ hoe verstandig ik wel ben !!” . Of we zullen onszelf niet vinden in eender welke andere vorm. Dat kunnen bezittingen zijn , kennis, hoe mooi ik wel ben, hoe intelligent, of ook niet in “kijk eens hoe spiritueel ik wel ben!”, ook niet in wat anderen van mij denken (opnieuw slechts een gedachte) , of in de overtuiging van hoe goed en onzelfzuchtig ik wel ben …. Dat is allemaal maar illusie. In essentie is iedereen hetzelfde, sterker nog, in essentie is iedereen één, is iedereen en alles één. Er is maar één essentie, er is alleen maar Zijn, Bewust Zijn dat zich manifesteert via de vormen, via ons, via het gras, via de sterren, via gedachten … via eender welke vorm dan ook …

Onszelf zoeken op het niveau van de vorm kan alleen tot lijden leiden. Het is de oorsprong van alle lijden. Want op dat niveau zullen we ons diepe zelf nooit vinden. Ons Oerverlangen, daar waar de mens heel zijn leven naar zoekt is niet te vinden op het niveau van de vorm, want hoe dan ook, de vorm verdwijnt altijd. Om onszelf waarlijk te vinden en in vrede te zijn met onszelf moeten we onze essentie vinden. Die essentie waaruit alles ontstaat is dat Bewuste Zijn, die Onuitputtelijke Bron die Liefde is. Die Liefde waar we altijd bij een ander naar op zoek zijn, om ons opnieuw “heel” te maken zijn we in essentie zelf. Dat zoeken naar Liefde is in feite het zoeken naar onszelf. Het onszelf kunnen spiegelen in de andere om onszelf te herkennen. Wij zijn zelf die Liefde … die Liefde die uit Liefde zichzelf Liefheeft … omdat Liefde alleen maar kan Liefhebben. Eens we onszelf teruggevonden hebben, eens we er, al was het maar heel even, terug mee in contact gekomen zijn, is het onomkeerbaar. Eens er in de dam een spleet gekomen is , is het water niet meer tegen te houden … zo is het ook voor de Liefde

Het NU is de directe poort naar onszelf. Het NU is het leven op zich. In het NU is alles perfect aanwezig. Het is perfect want het kan niet anders zijn dan wat het is. In het Nu is alles, elk moment opnieuw, eeuwig. De eeuwige dans van het Zijn, die onuitputtelijke stroom van Liefde… en dat is onze essentie … Dat Zijn Wij … Dat Ben JIJ !

donderdag 7 mei 2009

Voorbij de illusie ...


Voorbij de illusie …

“Ver buiten de gedachte van recht en onrecht ligt een veld.
Daar zal ik je ontmoeten.
Als de ziel zich tegen het gras vlijt,
Is de wereld zo vervuld
Dat voor woorden geen plaats is.
Gedachten en taal, zelfs het woord “elkaar”,
Zijn daar overbodig.” - Rumi



Mensen stellen verwachtingen. Stellen verwachtingen in het leven. Het leven moet goed zijn, rechtvaardig, eerlijk, mooi … Maar het leven is dat niet. Het leven IS. Goed, slecht, mooi, lelijk, rechtvaardig, onrechtvaardig … dat zijn concepten gemaakt door de mens, door het denken. Het leven is niet rechtvaardig of onrechtvaardig. Het leven is niet juist of onjuist. Het leven is niet zacht of hard. Het leven is niet dit of dat. Het leven IS. Het leven IS … wat het is, manifestatie van de oerbron waaruit alles ontstaat: leven, maar ook niet-leven, materie, lucht, universum, kortom alles. Niet alleen alles wat we kennen en weten, maar ook alles wat we niet kennen en weten, en dat is veel meer dan wat we kennen en weten.

De mens heeft de neiging om te denken dat hij vroeg of laat alles met zijn verstand zal kunnen begrijpen en vooral beheersen. De mens vergeet vaak dat alles al een stuk langer bestaat dan de mens met zijn verstand en dat het verstand, hoe fantastisch werktuig het ook is, beperkingen heeft, zoals iedere manifestatie dat heeft.


“Domkop”, zei het intellect tegen het hart, “ hoe kun je zo werkeloos toezien?” Het hart was het daar niet mee eens: “Ben jij nu gek? Jij moet werken voor mij.” – Rumi

Het verstand is inderdaad een heel nuttig, maar ook een heel krachtig werktuig, maar te vaak wordt het verstand niet als werktuig gebruikt, maar gebruikt het verstand ons als werktuig. Het verstand is zo sterk en krachtig dat het ons leven gaat domineren. Dat we denken (met ons verstand) dat we zonder het verstand niets zijn. Maar niets is minder waar. De natuur leeft al miljoenen jaren zonder het denkend verstand en leeft een stuk wijzer dan wij als mens dat doen. De natuur laat zich leven, laat het leven door zich stromen en laat wijselijk de dingen gebeuren zoals ze gebeuren. Zo gebeurt het dat de seizoenen op elkaar volgen en dat in de winter de bladeren van de bomen vallen. Geen enkele boom die probeert dat te vermijden. Het gebeurt gewoon. En het IS. Ik kan zelfs niet zeggen dat de natuur het aanvaard, want aanvaarden is weer een concept van het denkend verstand. De natuur aanvaardt niets, de natuur IS. En wat is kan onmogelijk wel of niet aanvaard worden. Wat is, is en kan niet anders zijn dan wat en hoe het is.
Vandaar dat de natuur ook geen ego kent. Het ego is een product van het denkend verstand. Het denkend verstand creëert het ego en maakt van het ego, het “mij”, het hoofdpersonage van zijn verhaal. Het verhaal wordt door het verstand gecreëerd om alle gebeurtenissen, ervaringen, gevoelens, verlangens te plaatsen, een zin te geven. Omdat dat is wat het verstand doet. Catalogeren en etiketteren. Verklaringen zoeken, verbanden leggen en zodoende haar fichebakje met etiketten steeds meer uit te breiden en een netwerk van verbanden uit te bouwen. Zo ontstaat het verhaal. Het verstand zoekt een antwoord op de vraag waarom. Dat doet het verstand. Maar op de vraag waarom is geen antwoord te geven, want wat is, is en is reden genoeg op zichzelf. En wat is, is tevens niet-iets, het is zichzelf genoeg. Alleen wil het verstand het catalogeren, er een etiquette opplakken.


Het niet weten

Hoe zou ik weten wat ik ben
ik die alles ben?
alles kent zichzelve niet
het is.

Hoe zou ik weten dat ik ben
ik die alles ben?
het ik is in het al verdwenen
voor kennis is geen plaats.

Hoe zou ik weten dat ik ben
ik die ben?
zijn is niet iets zijn
het is zichzelf genoeg.

Erik Van Ruysbeek - Gedicht uit "Zangen van Ongrond"

We zijn als het ware bezeten door ons verstand, ons verstand dat ons van alles doet geloven. Het legt overal verbanden tussen en gaat alles analyseren, catalogeren en etiketteren. Het maakt ons verhaal en wij gaan geloven in dat verhaal, denken dat het echt is, vereenzelvigen ons ermee, terwijl het gewoon een soort mnemotechnisch trucje is van ons verstand om alles te onthouden en zijn weg terug te vinden in die enorme fichebak dat ons geheugen is. Zodra er iets gebeurt, een emotie, een gevoel, een gedachte, wat dan ook, legt ons verstand er beslag op en past het in in ons verhaal. En wij geloven dat verhaal, maken er een feit van, en gaan het dan opnieuw aandikken en doorspekken van emotie en gevoelens, een eindeloze vicieuze cirkel. Het verhaal doet ons ook geloven dat het leven een andere zin heeft dan het leven op zich. We geraken erin verstrikt. We zijn niet meer vrij. We zijn niet meer vrij om ons te realiseren dat het leven gewoon door ons stroomt, dat wij enkel het vehikel zijn. We zijn beginnen geloven in ons ego, in die fictie, zijn beginnen geloven dat we iemand zijn, dat we iemand moeten zijn, creëerden voor onszelf (ons ego) de nood om iemand te zijn, terwijl de echte bevrijding is om niemand te zijn, dat doet alle lijden eindigen. Daar begint ware vrijheid. Om vrij te zijn moet je je kunnen verlossen van het verstand en realiseren dat er buiten het verstand ook nog iets is. Dat daar alles is. Het enige echte. Het NU moment. Het manifestatie “ZIJN”. Dat wat ontstaat uit de diepe Leegte, de diepe bron van Alles. Die bron die zuivere vrijgevigheid is, zuivere Liefde waaruit alles ontstaat, waarin alles één is, waar alles pure Liefde is. En dat is onze essentie. Een weten dat niet bezoedeld is door de gedachte. Het is niets bijzonders. Het is buitengewoon eenvoudig. Nader dan je handen en voeten, zoals Messing het zegt, nader dan je eigen ego. Het is overal en altijd aanwezig. Het is het enige wat er is. Het is tijdloos en ruimteloos, totaal onafhankelijk, allesomvattend en totaal onpersoonlijk, zuivere Liefde, zuiver mededogen, pure vrijgevigheid dat alles geeft, omdat dat is wat Liefde doet, geven … dat is haar ware natuur, onze ware natuur. Het valt ons niet op omdat de essentie, ons Zelf geen ego heeft en er geen nood aan heeft zich op de voorgrond te zetten. Het Zelf heeft dat niet nodig. Maar daardoor wordt het telkens op de achtergrond gehouden omdat ons ego op de voorgrond wil staan.

Dit weten is onvatbaar voor het verstand, vandaar dat je het ook alleen kan kennen, weten voorbij het verstand. Al wat het verstand kan waarnemen is niet meer zuiver omdat het gekleurd wordt door onze ervaringen. Gecatalogeerd en in vakjes gestoken door ons verstand , want dat is wat het verstand doet.
Toch is er een zuiver ervaren, voorbij het verstand, een weten voorbij het weten, een voelen voorbij de zintuigen, een verlangen voorbij het ego, een liefhebben dat enkel geeft en niets terugvraagt, belangeloos …Dit is wat de Bron doet. Dit is wat wij zijn. Onze essentie. Essentie waar het verstand niet bij kan. Een kosmische intelligentie die niets met het menselijk verstand te maken heeft. De eeuwige, tijdloze, allesomvattende wijsheid van het “zijn”. In alle eenvoud, in alle nederigheid … zuivere Liefde.


“Treed terug, waar je ook staat of bent. Treed terug. Geef alles op. Alles wat je vanbinnen bindt aan je schijnleven. Wees niet belangrijk. Wil niemand meer zijn. Niets en niemand meer. Blaas de waterbel van illusies niet langer op. Jij bent niet belangrijk. Jij moet juist verdwijnen. Dan pas is Liefde er. Dan pas is het Zijn er. Vervuld Zijn.
Liefde verbindt alles. Toch laat ze alles vrij. Liefde is alles.
In haar wonen alle tegenstellingen, zonder tegenstellingen te zijn.
Alles wat is, zichtbaar, onzichtbaar, zegbaar, onzegbaar, is Liefde. Het is leegte en volheid tegelijk.
Liefde schenkt zonder schenker. Ze kan het niet helpen. Ze is nu eenmaal puur. Ze kent nu eenmaal geen verwachting, geen vragen, geen voorwaarden. Ze is nu eenmaal zoals ze is. En dat is een groot mysterie. Grondeloos diep. Ze geeft om niets. Ze is de altijd gevende.” – Marcel Messing (Het woud der inwijding)

Laat haar toe, stel je open, laat je verstand verstillen en je wordt geleefd door Al het Leven.

Voorbij de illusie van het ik … is er de oneindig, allesgevende Liefde … sterf die zoete dood, word wat je al altijd bent geweest: Niets en Alles !

Free Hit Counters

Free Counter