maandag 13 december 2010

Zelfonderzoek

Zelfonderzoek.

Wat ik hier met jullie zou willen delen is niet zozeer een samenhangend geheel, maar eerder een paar bedenkingen die bij mij opkomen en die voor mij belangrijk zijn als we het willen hebben over zelfonderzoek en zelfaanvaarding. Een misschien zeer eigenzinnige/eigenwijze kijk erop. Het is misschien zelfs meer een vraagstelling dan een visie … een bevraging, een (zelf)onderzoek op zich …

Al is het iets wat constant bezig is in mij, zelfonderzoek, toch was het niet evident om aan de computer te gaan zitten en om te beginnen schrijven.

Mede door de studies die ik nu aangevat heb, waar trainingsweekenden me uitnodigen om intensief op mezelf te reflecteren, de vele boeken die ik ter hand genomen heb, maar vooral mijn eigen beleving kom ik tot het besef dat zelfonderzoek even uitgestrekt is als het leven zelf. Tenminste als het zo sterk in je leeft dat het als het ware een basisbehoefte geworden is. Alle aspecten van zelfonderzoek benaderen lijkt onbegonnen werk …

Eerlijkheid – bereidwilligheid – verwondering – nieuwsgierigheid – openheid – moed – vertrouwen – liefde - aandacht – compassie – pijn - vergeving – mildheid – niet beoordelend – aanvaarding – stilte – ontmoeting – overgave – relatie – spiegel – vriendschap – kwetsbaarheid – kracht … het heeft er allemaal mee te maken …

Waar te beginnen?

Als we bovenstaand lijstje bekijken lijkt het wel alsof alles een mogelijkheid biedt om onszelf te onderzoeken. En zo is het ook. Toch is het niet zo dat iedereen daarbij stilstaat. Niet iedereen voelt zich aangesproken. Niet iedereen ziet die uitnodiging …

Vanuit het besef, tijdens therapie, dat de oorzaak van mijn problemen, in dit geval burnout, bij mezelf lag ontstond de drang om mezelf ten gronde te leren kennen. Ik had er zo versteld van gestaan dat ik mezelf zo slecht kende en die ontdekking was zo indrukwekkend geweest dat het een ware passie werd.

Zelfonderzoek is iets wat gebeurt vanuit het hart, vanuit mijn wezen, vanuit een diepe drang naar begrip, en misschien nog meer dan naar begrip, vanuit een onstuitbare drang naar compassie en liefde. Een diep innerlijke compassie en liefde voor het leven, misschien zelfs meer dan voor mezelf, omdat ik me realiseer dat het leven meer is dan mijn “ik”, meer is dan “ik” alleen en tegelijkertijd dat ik het leven zelf ben.

Het lukte mij maar niet om te beginnen schrijven tot ik tot het besef kwam dat onderzoek van mezelf altijd plaatsvindt in relatie tot de ander, in relatie met het andere, in relatie met het leven in de heel brede zin.

Misschien dat zelfonderzoek dan eigenlijk niet echt over mezelf gaat … of in ieder geval niet alleen om mezelf gaat. En al zeker niet over mijn ego alleen. Wie ben ik trouwens, buiten de ander waarmee ik in relatie ben? Wie ben ik, zonder al wat er zich “buiten” mij afspeelt? Zonder de ander, zonder al het andere, ben ik helemaal niet. Maar Is er überhaupt wel iets anders, als ik er niet ben? Ik kan alleen bestaan in relatie … en niet in relatie tot of met , maar gewoon in relatie.
“In den beginne is er relatie, en alle leven is ontmoeting” (Martin Buber).

In de vorm zijn we of tenminste zo lijkt het, afgescheiden van elkaar, maar in essentie is er maar Eén, één en dezelfde energie. Zou het kunnen zijn dat die onstuitbare drang naar zelfkennis eerder een onstuitbare, inherente, existentiële drang, een diep smachten naar verloren één-zijn is? De zoektocht naar onze essentie?

Wij zijn altijd in relatie, maar we zijn dat vergeten. In onze, vaak onbewuste, zoektocht naar eenheid, één-zijn, gaan we relaties aan. Gaan we op zoek naar mensen waarmee we ons verbonden kunnen voelen. We spreken ook vaak van onze wederhelft. Maar we worden misleid, we misleiden onszelf, door het valse idee dat we van onszelf hebben. Dat idee, dat ego maakt ons wijs dat we een relatie moeten opzoeken dat ons geeft wat we nodig hebben, dat beantwoordt aan onze noden, dat onze verlangens vervuld. Dat de ander ons moet geven wat wij missen Dat de ander ons heel zal maken. Daartoe zijn we bereid een soort handeltje op te zetten. Als jij mij geeft wat ik denk nodig te hebben, dan geef ik jou wat jij denkt nodig het hebben, als een soort van wederdienst en met een beetje (heel erg veel) geluk komt dat tot een soort evenwichtige relatie … En dat noemen we dan liefde of vriendschap. Maar is dat wel zo … het loopt toch zo vaak fout.

In feite is het niet dat soort relatie dat we zoeken; wat we echt zoeken is een diepe relatie, de oorspronkelijke relatie, de oerrelatie, de diep menselijke ontmoeting waarin we , door de ander onszelf ontmoeten, onszelf leren kennen … om uiteindelijk onszelf te leren kennen voorbij onszelf, voorbij ons ego.

Zelfonderzoek is de ontmoeting met mezelf, via de ander. Elke ontmoeting, echte ontmoeting, eerlijke ontmoeting, vriendschap of liefde, mezelf gevend en open stellend, is telkens een verdieping in mezelf geweest. Telkens ik toegestaan heb dat ik geraakt kon worden, kon ik wat dieper mezelf ontmoeten.

De reacties die we naar een ander toe hebben is altijd een reflectie van wat in ons leeft. Telkens opnieuw nodigt het ons uit om in onszelf te gaan onderzoeken wat er leeft. Telkens weer worden we terug op onszelf geworpen … alsof dat ook ergens de bedoeling is van elke ontmoeting.

Wat is de vriendschap voor een gave? In de eerste plaats verlies ik mijzelf in de vriendschap. De vriend raakt mij. Hij of zij breekt mijn veilige, gecontroleerde en vertrouwde bestaan open en ontrukt mij aan mijzelf. Deze ontrukking is een verrukking en een bevrijding. Ze opent mijn eigen kleine wereld die ik in mijn bewustzijn van de onmetelijke werkelijkheid heb gemaakt. Ze is de ruimte waarin intimiteit plaatsvindt. Een ruimte waarvan ik soms huiver, omdat ze mij naakt maakt en kwetsbaar. (Maurice Knegtel uit “Voorbij willen en weten”)

Helemaal naakt en kwetsbaar kan ik mezelf niet meer wegsteken achter de illusie van mezelf, achter het scherm van mijn ego, de dikke muren waarin ik me ingemetseld heb. Naakt en kwetsbaar word ik door de ander weerspiegelt. Naakt en kwetsbaar krijg ik van mezelf de weerspiegeling terug. Wat is het in dat beeld dat mij een ongemakkelijk gevoel geeft? Wat is het dat mij bang maakt? Is het de ander of ikzelf?

Waarom kunnen we ons zo moeilijk naar de ander openen? Waarom kunnen we onszelf zo moeilijk kwetsbaar opstellen? Waarom laten we onszelf niet raken? Omdat we bang zijn? Bang voor wie? Bang dat de ander ons zou kwetsen? Of bang onszelf tegen te komen?

De vriendschap is ook het verlies van de ander als een object. Een object dat op een veilige afstand van mij staat. Een object dat ik kan observeren, leren kennen, hanteren, manipuleren en onderwerpen aan mijn doelmatige gebruik. Een object dat ik kan benutten voor mijn woede of bevrediging, voor mijn geldingsdrang of tijdverdrijf, voor mijn spelletjes of zelfbeklag, of voor al mijn projecties en de ontsnapping aan mijzelf in mijn eenzame uren. (Maurice Knegtel uit “Voorbij willen en weten”)

In echte vriendschap ontsnap ik niet aan mijn eenzaamheid, noch aan mezelf die ik in die eenzaamheid op een pijnlijke manier tegenkom, maar heb ik juist iemand met wie ik het kan delen.

Vriendschap haalt mij inderdaad uit de veilige zone waarin ik alles onder controle houd, tenminste de illusie van controle. Want controle is een illusie. Controle is een vastklampen aan onechte zekerheden. In vriendschap is de ander geen object meer, maar niet alleen de ander, ook ik niet. Het beeld dat ik van mezelf heb is niet verschillend van het beeld dat ik van een ander heb. Ik geloof ook graag dat ik mezelf onder controle heb. Dat ik mezelf helemaal ken. Dat ik mezelf kan laten doen wat ik wil, vanuit de illusie dat ik weet wat ik wil en dat ik iets kan bereiken. Vanuit de illusie dat ik iemand ben. Vriendschap is hierin een vorm van bedreiging. Vriendschap is niet iets waar ik controle over heb. Vriendschap is iets wat gebeurt. Het is een gebeuren dat mij overkomt en waarin ik, zonder dat ik het beslis, mezelf geef, mezelf openstel, mezelf laat raken. In dat ongewild openstellen kom ik mezelf helemaal tegen. In de weerspiegeling in de ander zie ik mezelf zoals ik ben. In een echte relatie komt het diepste van mezelf naar boven, juist omdat het daar kan en mag. In een echte relatie is die ruimte er opdat ik mezelf zou mogen tegenkomen … omdat in een echte relatie het vertrouwen aanwezig is. Het geeft me de veilige omgeving, de veilige ruimte om echt mezelf te zijn, zonder dat ik me moet rechtvaardigen, zonder angst om beoordeeld te worden, zonder angst voor verlies, want in een echte relatie kan ik alleen maar winnen en de ander ook. Op voorwaarde dat het een zuivere en eerlijke relatie is, waar de liefde voor elkaar sterker is dan de verschillen en de “gedachten”, opinies die we over elkaar hebben. Waarin Liefde belangrijker is dan de “ikken”, de ego’s. Waarin de openheid, de aanvaarding, het respect, het medeleven, de vriendschap … het gebeuren dat tussen ons plaatsvindt, centraal staat. Niet ik of jij, maar jij voor mij en ik voor jou en alles wat daar tussenin ligt en wat er tussen ik en jij gebeurt en wat dat met zich meebrengt.


De wonde is de opening waar het licht in je binnenkomt. ~ Rumi

Pijn is inherent aan het leven. Er zijn verschillende vormen van pijn en verschillende diepten in pijn, maar om welke pijn het ook gaat, pijn is de uitnodiging bij uitstek om aan introspectie te gaan doen, om over onszelf te gaan reflecteren. Zelfonderzoek, introspectie doen we best niet met ons verstand. Het enige wat ons verstand op dergelijke momenten meestal doet is een verhaaltje maken rond ons gevoel, onze pijn. Dat is niet wat we nodig hebben. Het verhaal is meestal maar een aaneenschakeling van drogredenen die de bedoeling hebben ons weg te houden van wat werkelijk gebeurt; Of onze gedachtegang nu positief of negatief is doet er niet toe. Of we onszelf nu kwellen of sussen … het blijven denkbeelden.

Wat er wel toe doet is van te verstillen en bij ons gevoel te blijven. Er onze aandacht aan te schenken, er in te duiken en te gaan luisteren wat het ons te vertellen heeft. Die verstilling, het tot rust brengen van ons verstand, in combinatie met het werkelijk aanwezig zijn bij ons gevoel zorgt er voor dat inzicht kan komen, dat de antwoorden komen. Vaak is het dan ook zo dat als we onze pijn gewoon toelaten, erbij en erin vertoeven, zonder dat het beoordeeld wordt, zonder verhaal er rond, dat het ook vanzelf oplost. Het transformeert zichzelf in … liefde. Pijn is een helende kracht, een helende energie, het signaal dat ons aangeeft dat er iets te helen valt en als we die pijn dan ook gewoon haar werk laten doen, dan volgt heling ook, gewoon vanzelf. Door het niet-verzet, door het niet-doen, door het gewoon te laten zijn en erbij aanwezig te zijn, kan die energie haar werk doen: de oorzaak van de pijn oplossen.

Het toelaten van de pijn maakt ons kwetsbaar, maar die kwetsbaarheid is geen gevaar. Integendeel, de kwetsbaarheid is de kracht, je kan het ook moed noemen, die nodig is om de pijn toe te laten. Het is de deur die zich opent naar je diepere zelf, naar jeZelf, de persoon die je werkelijk bent, achter alle schermen en muren die je rond jezelf opgetrokken hebt, zogezegd ter bescherming van jezelf, maar die je telkens opnieuw afsluit van jezelf, je laat vervreemden van jezelf, waardoor je op de lange duur, gewoon afsterft, dood gaat aan de illusie van jezelf.



De meest fundamentele agressie, het meest fundamentele kwaad dat we onszelf kunnen aandoen is van onwetend te blijven over onszelf door gebrek aan moed en respect om onszelf, in alle eerlijkheid en mildheid te zien zoals we zijn. ~ Pema Chödron

vrijdag 10 september 2010

Ik zou naar je toe willen komen

Ik zou naar je toe willen komen
Bij je willen zijn
Je omarmen
En je zonder woorden zeggen
dat ik van je hou
Met iedere ademhaling
Met heel mijn zijn

Ik zou naar je toe willen komen
Bij je willen zijn
Omdat ik je kwetsbaarheid ken
En het samen met je willen dragen
Willen voeden
Opdat je er sterker zou in zijn

Ik zou naar je toe willen komen
Zonder je te storen
Er gewoon zijn
Zonder er te zijn

Ik zou naar je toe willen komen
Bij je willen zijn
...
Maar ik ben er al …
Altijd ...
Met heel mijn Zijn

Hopelijk zonder te storen …

Want eigenlijk ben ik het niet ...

Brief van onszelf aan onszelf

Brief van onszelf aan onszelf.

Door ons vast te klampen aan onze ideeën van wat we zijn, aan wat we denken te zijn, zien we de essentie van wat we zijn over het hoofd.

Wij zijn niet wat we denken te zijn, niet onze ideeën, niet ons ego
Wij zijn niet ons lichaam
Wij zijn geen losstaande entiteit tegenover alle andere entiteiten

Wat we werkelijk in essentie zijn omvat alles. Wij zijn in essentie de energie dat het bestaan zelf toelaat en creëert. Die energie, die in essentie pure Liefde is, omdat ze alles geeft, transformeert zich, materialiseert zich in alles wat is. Het materialiseert zich in alle mogelijke vormen die er bestaan, in ons menselijk lichaam, maar ook in alle andere menselijke, niet-menselijke, levende, niet-levende lichamen of niet-lichamen, dingen of niet-dingen. Alles is deze energie, deze Liefde. Het omvat van het kleinste deeltje van een molecule tot het geheel van het heel-al.

Al deze ogenschijnlijke verschillende lichamen, dingen, onderdelen van het geheel zijn niet van elkaar te scheiden, want allen doordrongen en gecreëerd door dezelfde energiebron. Ze kunnen wel qua vorm van elkaar worden onderscheiden, maar zijn niet van elkaar te scheiden.

Ons verstand, kan daar niet bij, omdat het doel, de taak van het verstand juist is van onderscheid en verdeling te maken om alles mooi in vakjes te plaatsten zodat wij, als vorm toch voor een stuk in de veelheid van vormen zouden kunnen functioneren, maar alleen maar dat, niet meer. Het verstand is er om ons hierin te dienen, maar meer niet. Het verstand is er niet om de leiding te nemen en alles zo overtuigend in te delen, te verdelen en te etiketteren dat we de werkelijkheid niet meer voor ogen kunnen zien.

Maar dat is wel wat er gebeurt. We zijn de capaciteit verloren om het geheel te zien, om te zien zonder het verdelen van het verstand.

We zijn gaan geloven dat onze ideeën, onze verdelingen, ons fichenbakske dat ons geheugen is, een opslagplaats van verdelingen, dat dat de realiteit is.

We zijn er zo sterk in gaan geloven dat we onze verbondenheid met alles, onze onderlinge relaties niet meer kunnen aanvoelen … dat we eigenlijk zo goed als niets meer kunnen aanvoelen, behalve dan datgene wat ons denken ons aan emoties voorschotelt.

We zijn zo sterk gaan geloven in de illusie dat ons denken alles kan ordenen voor ons, alles kan controleren, dat we vergeten zijn wat we in essentie zijn en wat ons bindt … wat echte relatie is, wat echte verbondenheid is. We gaan geen relaties aan, dat denken we alleen maar. We ZIJN in relatie. Wat wij denken dat een relatie is, is slechts een gedachtenspel, een rollenspel tussen entiteiten die elk van hun ideeën over zichzelf overtuigd zijn. Relatie IS gewoon, omdat alles wat is RELATIE is, verbondenheid is, omdat alles doordrongen en gecreëerd is door dezelfde Liefdesenergie. Liefdesenergie die onze essentie is, die voor iedereen en alles gelijk is en ons onmiskenbaar en onlosmakelijk verbindt.

We zijn zo sterk in het gedachtenspel gaan geloven dat onze gedachten onze zekerheden geworden zijn, maar niets … NIETS is zo vluchtig als een gedachte, niets is zo veranderlijk als een gedachte, zo vluchtig dat we ons vaak zelfs niet meer kunnen herinneren welke gedachten we net gehad hebben …

We zijn ons zo sterk met onze gedachten gaan vereenzelvigen dat we vergeten zijn, dat wanneer onze gedachten heel even stilstaan, dat we ook dan bestaan … dat we dan ook pas ECHT bestaan.

Onze overtuigingen staan onszelf in de weg, staan onze natuurlijke onderlinge relatie in de weg, staan onze verbondenheid in de weg …. Niet dat we die verliezen, maar we zijn er ons niet meer van bewust … zo sterk zelfs dat als ze zich toch heel concreet aan ons voordoen, in de vorm van vriendschap of van echte Liefde bijvoorbeeld, dat we er bang voor zijn, dat we het zo snel mogelijk willen controleren, willen verdelen, dat we het zelfs verdringen en er afstand van willen nemen als blijkt dat er geen controle over te hebben valt …. Om toch maar in onze illusie van controle te kunnen blijven geloven …



Ons verstand dwingt ons afstand te nemen van wat op natuurlijke wijze IS, verbondenheid, relatie, éénheid, één-zijn, samen één-zijn.

Wat we zijn is net dat wat toelaat dat alles kan zijn. Alleen ons denken verzet zich daartegen. Ons eigen denken verzet zich tegen wat we zelf gecreëerd hebben, niet wij als entiteit of als ego, maar als essentie waaruit alles ontstaat. Wij verzetten er ons tegen enkel en alleen omdat ons denken de omvang van het geheel niet kan bevatten, niet kan omvatten, niet kan ordenen, niet kan controleren … natuurlijk kan het dat niet, dat is ook haar taak niet, dat valt ver buiten haar mogelijkheden !!!

Alles wat is, is in relatie tot alles. Is relatie op zich. Is Liefde, pure Liefde op zich. Omdat wijZelf het gecreëerd hebben, wijZelf als essentie, als pure Liefde-bestaansenergie.

Alleen in het zien van wat is, kan innerlijke rust, vreugde … echte Liefde (onze essentie) ervaren worden.

In Liefde …

Wij aan ons

zaterdag 7 augustus 2010

De weg naar mezelf ...

Dit is slechts het weergeven van een verhaal, het verhaal op zich is van geen belang, het is slechts een verhaaltje, zoals een sprookje … om te komen tot het moment waarin ik mij nu bevind … in een sprookje is het verhaal ook niet van belang, maar enkel wat ervan overblijft, de essentie …


De weg naar mezelf …

Het gebeurt vaak na een ingrijpende gebeurtenis: het verlies van een dierbare, een zware ziekte, burnout, een zwaar ongeval … het dwingt ons ertoe om te stoppen, en we stellen ons vragen over de zin van het leven, over wat het leven eigenlijk is, of het wel de bedoeling is om het leven te leven zoals we dat tot dan toe gedaan hebben?

In mijn geval was het burnout gecombineerd met het overlijden van mijn vader. Enkele maanden na het overlijden van mijn vader moest ik gedwongen met ziekteverlof. Ik was nergens nog toe in staat: burnout. Ik stelde mij niet onmiddellijk die vragen. Dat kwam pas later, toen ik al even in therapie was. Ik was er eerst vast van overtuigd dat alles opnieuw zou worden zoals voorheen en dat mijn leven terug zijn normale gang zou gaan zoals het vroeger was. Ik wilde vooral niet veranderen. Ik wilde dat alles opnieuw zou worden zoals het was. Het was pas na enkele maanden dat ik inzag dat het niet opnieuw zou kunnen zoals vroeger, en dat ik dat vooral niet meer wilde. Een leven waar alleen maar gewerkt en gepresteerd mocht worden en waar geen enkel aandacht naar jezelf, je gezin of naar het leven zelf ging was niets meer voor mij. Ik had stilaan kennis gemaakt met zelfzorg, zelfaanvaarding, zelfonderzoek … en vooral met wat het leven was, in alle eenvoud, maar zo intens.

Via therapie en lectuur ontdekte ik wat het ego was en ook dat er meer was dan het ego alleen. Ik was meer dan wat ik dacht te zijn. Dankzij het boek “De kracht van het NU” ontdekte ik een trucje dat mij ervan bewustmaakte dat ik inderdaad meer was dan enkel mijn ego. Dat het ego slechts een “gedachte” was, een concept gemaakt door het verstand, een verhaaltje over mij door mijn verstand in elkaar gestoken, als soort mnemotechnisch trucje van mijn geheugen om informatie aan elkaar te rijgen.

Het trucje van Eckhart Tolle leerde mij om vanuit mezelf naar mijn eigen ego te kijken. Met dat trucje werd ik er mij van bewust dat gedachten, emoties, gevoelens slechts van zeer voorbijgaande aard waren, zo snel kwamen en gingen dat dat onmogelijk de essentie van mezelf kon zijn. De essentie van mezelf moest datgene in mij zijn dat onveranderlijk was, dat niet onderhevig was aan tijdsgebonden veranderingen. Ik werd er mij van bewust dat mijn ego de wolken waren en ikzelf de lucht achter de wolken moest zijn …



Heel lang dacht ik hiermee “Het” antwoord te hebben op wat ik was, had alleen nog niet door dat ik daarmee nog niet wist wat die achtergrond achter de wolken dan wel was.



In de zomer, twee jaar geleden zouden een aantal “gebeurtenissen” determinerend gaan zijn voor mijn verder onderzoek naar wie of wat ik nu eigenlijk in essentie ben, wie of wat wíj in essentie zijn. Ik had al een heel sterk vermoeden, had er veel over gelezen en dacht dat ik het stilaan wel begreep. Maar het denken was er teveel aan, of was in alle geval niet voldoende. Het denken kon mij niet tonen, niet wezenlijk laten weten, niet laten (be)leven wat we in essentie zijn. Toch kon ik het aanvoelen, herkennen als ik het tegenkwam in boeken of bij mensen …

Diep in mij, geleidelijk aan was iets gaan ontwaken … er was een rust in mij, een diepe kalmte, een stille achtergrond, een sereniteit die ervoor zorgde dat alles goed was, altijd. Hoe turbulent mijn ego soms ook was, het was altijd goed. Ook als er pijn was, verdriet, onmacht, onzekerheid, twijfel… het werd allemaal omarmd en met een diep gevoel van Liefde en begrip omringd en opgevangen. Het was niet de liefde waar in vele boeken over geschreven werd. Het was niet een artificiële, geforceerde “Je moet van jezelf houden” houding. Het was Liefde die als het ware uit het niets kwam, diep vanuit mezelf, vanuit een ongekende bron diep in mezelf …

Die Liefde en dat begrip waren er niet alleen voor mezelf. Het was er voor alles en ook voor iedereen, tenminste op momenten. Ik kon naar buiten stappen en opeens diep geraakt worden door het wonder van een straatsteen, alsof ik in die straatsteen het wonder van het leven, van de schepping, van de oorsprong van alles kon voelen. En ook voelen is niet echt het juiste woord … ervaren ook niet, het was een ander soort ervaren dat wat we met onze zintuigen doen, of met het verstand kunnen bevatten … het kwam als een soort inzicht, een totaal andere perceptie … een ervaren voorbij zintuigen en een begrijpen voorbij het verstand … dat in woorden niet kan gezegd worden …

Het kwam als een enorme schok toen ik op een dag, terwijl ik aan het lezen was, even opkeek en naar een foto keek die tevoorschijn kwam op het scherm van mijn computer. Het was een foto van de tweede man van mijn moeder. Iemand waar ik nooit echt van gehouden had (zo wist ik) en waarmee ik altijd problemen had gehad. Tot mijn eigen grote verbazing kon ik alleen maar Liefde voelen. Ik was zo onthutst dat ik bij mezelf dacht: hier is iets niet juist en om het te checken dacht ik onmiddellijk aan de tweede persoon waar ik het zo moeilijk mee had, de tweede vrouw van mijn vader en voelde net hetzelfde. Even vreemd was het als ik naar de tafel keek en zag wat die tafel was. Ik kende de tafel. Natuurlijk kende ik die tafel. Het was mijn tafel! Maar het was een ander kennen, een ander zien. Ik herkende de tafel, herkende iets, maar wist nog niet wat, dat zou pas later komen … later op de dag keek ik naar de regen buiten en ik was de regen …
Ik was helemaal van de kaart en heb de rest van de dag in een soort shocktoestand verkeerd … al hetgeen waar ik zo zeker van was geweest viel als een kaartenhuisje in elkaar, werd volledig van de tafel geveegd; Ik herinner mij dat ik later nog heb gezegd dat er ook een diep verdriet was. Het was een beetje als sterven, zei ik … iets in je sterft, datgene wat alles dacht te weten, dat al die zekerheden had, was gestorven … voor even toch.


Het was een periode waarin ik elke ochtend bij zonsopgang in de velden hier in Zaventem ging wandelen. Op een ochtend was ik op stap en kwam voorbij die prachtige witte rozen bij het OCMW. Ik streelde er eentje en toen overviel het mij opnieuw. “Ik ken die bloem”, zei ik bij mezelf. Ik herkende de bloem. Ik herkende mezelf in die bloem. De bloem en ik waren hetzelfde. Ik wandelde verder en was het huis dat ik zag, de straat waarop ik liep, de auto die voorbijreed




Bij de velden aangekomen werd het gevoel alleen maar sterker. Ik ga hier gewoon aanhalen wat ik die dag zelf heb neergeschreven: “Ik kijk naar de planten … de wind doet ze in mijn richting buigen… Ze lijken lichtjes naar mij te zwaaien, mijn aandacht te willen trekken, het lijkt verbazingwekkend bewust te gebeuren, gewild!! … en ik herken ze. Dat ben ik!! Ik kijk naar de vogels en herken ze. Ik hoor ze fluiten en herken het. Ik kijk naar het gras en herken het. Ik kijk naar de lucht en herken het. Ik herken mezelf, in alles, zuiver. Ik herken wat ik werkelijk ben. Niets en alles tegelijk! De essentie van wat ik ben, de essentie waaruit alles bestaat. Ik herken Het in alles. Ik zie Het in alles. Ik voel Het in alles. … En ik voel de wind, de zachte, intense streling van de wind alsof het mij diepgaand wil geruststellen. Ik voel dat er iets moet komen. De wind lijkt mij te verwittigen en zegt: “Ik ben Het! Laat het maar gebeuren…”. Ik kijk naar de hemel en …..… ik kan het alleen maar ondergaan, het mij laten overrompelen, het ontzaglijke weten omhelst mij vanbinnen en vanbuiten, laat mij van binnenuit exploderen, volledig opengaan. Het lijkt wel of mijn lichaam te klein wordt, zo immens voelt het vanbinnen. De tijd staat stil …. Er is geen tijd meer, geen ruimte, de wind, de lucht, de vogels, het gras, de aarde … zelfs Katy … het is allemaal hetzelfde, allemaal één, geen verschil, geen onderscheid!! Het is alsof niets er is en toch is alles aanwezig … alles als één, Vol-ledig …
En ik ween, heel mijn lichaam schokt … het komt als een schok en beroert heel je wezen, doordringt iedere cel … het lijkt op een schokgolf die door je heen gaat …
Daar sta ik dan. Compleet als van “het hand Gods geslagen”!! Ik ben heel de wereld, het hele universum. Heel het universum is mij, geen onderscheid meer… niets bestaat op zich, alles is één.
Ik voelde mij diep nederig …“Waarom ik? Wie ben ik om dit te mogen meemaken?”. En het antwoord kwam onmiddellijk. “Ik ben niemand!” … En een grote vreugde vulde mij. En ik glimlachte en weende tegelijkertijd, bevangen door dankbaarheid en blijdschap. Ik werd grondeloos leeg en stil en strompelde terug naar huis. Alles leek irreëel en toch zo aanwezig. “Ben ik nu dood?”dacht ik.

Hoe sterk en indrukwekkend de ervaring ook was, het was niet meer dan dat, en vooral het was van voorbijgaande aard. Heel even leek het alsof ik gestorven was. Heel even leek het alsof mijn ego gestorven was. Heel even was het alsof ik God was. Niet ik als ego, niet “kijk eens ik ben God almachtig”, maar heel even was “ik” er niet en was het de goddelijke oorsprong, de oerbron, het niets waaruit alles ontstaat dat zich kenbaar maakte … heel even was er alleen maar Zijn, was er alleen maar dat waaruit alles ontstaat, dat wat alles geeft … heel even was er alleen oneindige allesgevende Liefde.

Heel even …




Heel snel herpakt het ego zich, zo snel dat je je er niet van bewust bent en recupereert alles wat je juist hebt meegemaakt om het te gaan gebruiken.
Het ego is krachtig en laat niets onbenut. Voor je het door hebt is het ego terug heer en meester.

Opnieuw dacht ik, na die belevenissen, dat ik het gezien had, dat ik het nu eindelijk wist, dat ik nu eindelijk begrepen had wat ik was, hoe het leven in elkaar zat en dat het nu zuiver door me leefde. Dat ik het ego door had, dat ik wist wanneer en hoe het werkte en dat ik het voor een stuk misschien zelfs onder controle had.

Het gevoel voor diep begrip en liefde voor alles en iedereen werd sterker. Ik zag mooi hoe het ego in zijn werk ging bij anderen en was er vast van overtuigd dat ik het voor mezelf ook wist….
Dat is juist de grote valstrik …de oude denkbeelden worden gewoon vervangen door nieuwe denkbeelden en ik was er net zogoed door gevangen genomen als door de oude denkbeelden. Het ego, het denkend verstand had het allemaal gerecupereerd om mij opnieuw te ketenen ...

Het heel sterke, zuivere gebeuren dat ik heel even zo puur had mogen ervaren was reeds omgebouwd naar een nieuwe gevangenis, een nieuw geloof waar ik mij aan vastklampte … en alles wat ik las versterkte dat geloof, bevestigde het en ik stond weer rotsvast in mijn ego, zonder het door te hebben. Het verhaal klinkt dan wel mooier, maar het is nog steeds een verhaal.

Op zeker moment, waarschijnlijk als de tijd er rijp voor is komt dan een enorme twijfel … is de tijd er om ook deze zekerheden weer helemaal onderste boven te gooien en ik besefte dat ik zolang was beetgenomen. Ik besefte dat er iets fundamenteels ontbrak aan mijn “theorie”, aan mijn “weten” …
Wat ontbreekt is het “wezen”, het “Zijn”, het “leven” vanuit dat wat je bent. De diepe overtuiging, hoe juist die ook mag zijn, kan pas echt juist zijn en helemaal juist tot uiting komen als het vanuit een spontaan leven ervan komt, vanuit het wezen ervan zelf, vanuit het zuivere Zijn …

Dit nieuw besef gaat via een moment van intense destabilisering. Het is een soort innerlijk gevecht tussen het Zijn, het wezen, dat niet echt vecht, maar zichzelf duidelijk kenbaar wil maken en zich naar voren brengt en het ego dat spartelt en zich met alle macht ertegen verzet.

Het voelen en het denken gaan transformeren en worden een voelen en een denken vanuit het diepste van je wezen …

Ik kan mij ertegen verzetten of ik kan eraan toegeven en erop vertrouwen dat het goed is, hoe pijnlijk en verwarrend het ook even kan zijn, maar het vertrouwen is er dat het mij alleen maar dieper in mezelf kan brengen, dichter bij mijn diepere Zelf … en het diep vertrouwen is er dat het hoe dan ook goed is.

Dat vertrouwen komt ook vanuit het diepste van mezelf. Het is de Liefde waarvan ik weet, met een weten dat niets met verstand te maken heeft, dat het aan de basis van alles ligt …

Zo word ik stilaan meer en meer bewust van hoe fel ik nog in mijn ego sta. Het is mij nog niet altijd duidelijk wanneer het mij helemaal overneemt maar heb het gevoel dat ik mij opnieuw kan openstellen, dat ik de veilige weg van de zekerheden van het ego kan verlaten en de onzekerheid van het onbekende toelaat … dat ik er vertrouwen in heb dat het goed is, ook al ziet het er even niet zo goed uit.

Ik probeer alles eerlijk te bekijken en aandacht te geven, ook als het even niet lukt om die rustige aandacht te geven. Ik laat alles toe en leef! Eindelijk leef ik … sta ik het mezelf toe! En soms nog vergeet ik het. Ik ben er mij niet altijd van bewust, maar de stille achtergrond, de diepe rust, Liefde begeleiden me. Ik ben ook heel dankbaar dat ik dit kan delen met mensen die mij hierin kunnen steunen en begeleiden. Ik laat alles gebeuren zoals het komt en sta er middenin en beleef het heel intens, zo bewust mogelijk … zeker van één ding: het is altijd goed … zelfs als het er niet altijd even goed uitziet … het is altijd Liefde, allesomvattende en allesgevende Liefde.

De weg naar mezelf … is die Liefde (die ik ben) (h)erkennen, toelaten en vertrouwen …