vrijdag 10 september 2010

Ik zou naar je toe willen komen

Ik zou naar je toe willen komen
Bij je willen zijn
Je omarmen
En je zonder woorden zeggen
dat ik van je hou
Met iedere ademhaling
Met heel mijn zijn

Ik zou naar je toe willen komen
Bij je willen zijn
Omdat ik je kwetsbaarheid ken
En het samen met je willen dragen
Willen voeden
Opdat je er sterker zou in zijn

Ik zou naar je toe willen komen
Zonder je te storen
Er gewoon zijn
Zonder er te zijn

Ik zou naar je toe willen komen
Bij je willen zijn
...
Maar ik ben er al …
Altijd ...
Met heel mijn Zijn

Hopelijk zonder te storen …

Want eigenlijk ben ik het niet ...

Brief van onszelf aan onszelf

Brief van onszelf aan onszelf.

Door ons vast te klampen aan onze ideeën van wat we zijn, aan wat we denken te zijn, zien we de essentie van wat we zijn over het hoofd.

Wij zijn niet wat we denken te zijn, niet onze ideeën, niet ons ego
Wij zijn niet ons lichaam
Wij zijn geen losstaande entiteit tegenover alle andere entiteiten

Wat we werkelijk in essentie zijn omvat alles. Wij zijn in essentie de energie dat het bestaan zelf toelaat en creëert. Die energie, die in essentie pure Liefde is, omdat ze alles geeft, transformeert zich, materialiseert zich in alles wat is. Het materialiseert zich in alle mogelijke vormen die er bestaan, in ons menselijk lichaam, maar ook in alle andere menselijke, niet-menselijke, levende, niet-levende lichamen of niet-lichamen, dingen of niet-dingen. Alles is deze energie, deze Liefde. Het omvat van het kleinste deeltje van een molecule tot het geheel van het heel-al.

Al deze ogenschijnlijke verschillende lichamen, dingen, onderdelen van het geheel zijn niet van elkaar te scheiden, want allen doordrongen en gecreëerd door dezelfde energiebron. Ze kunnen wel qua vorm van elkaar worden onderscheiden, maar zijn niet van elkaar te scheiden.

Ons verstand, kan daar niet bij, omdat het doel, de taak van het verstand juist is van onderscheid en verdeling te maken om alles mooi in vakjes te plaatsten zodat wij, als vorm toch voor een stuk in de veelheid van vormen zouden kunnen functioneren, maar alleen maar dat, niet meer. Het verstand is er om ons hierin te dienen, maar meer niet. Het verstand is er niet om de leiding te nemen en alles zo overtuigend in te delen, te verdelen en te etiketteren dat we de werkelijkheid niet meer voor ogen kunnen zien.

Maar dat is wel wat er gebeurt. We zijn de capaciteit verloren om het geheel te zien, om te zien zonder het verdelen van het verstand.

We zijn gaan geloven dat onze ideeën, onze verdelingen, ons fichenbakske dat ons geheugen is, een opslagplaats van verdelingen, dat dat de realiteit is.

We zijn er zo sterk in gaan geloven dat we onze verbondenheid met alles, onze onderlinge relaties niet meer kunnen aanvoelen … dat we eigenlijk zo goed als niets meer kunnen aanvoelen, behalve dan datgene wat ons denken ons aan emoties voorschotelt.

We zijn zo sterk gaan geloven in de illusie dat ons denken alles kan ordenen voor ons, alles kan controleren, dat we vergeten zijn wat we in essentie zijn en wat ons bindt … wat echte relatie is, wat echte verbondenheid is. We gaan geen relaties aan, dat denken we alleen maar. We ZIJN in relatie. Wat wij denken dat een relatie is, is slechts een gedachtenspel, een rollenspel tussen entiteiten die elk van hun ideeën over zichzelf overtuigd zijn. Relatie IS gewoon, omdat alles wat is RELATIE is, verbondenheid is, omdat alles doordrongen en gecreëerd is door dezelfde Liefdesenergie. Liefdesenergie die onze essentie is, die voor iedereen en alles gelijk is en ons onmiskenbaar en onlosmakelijk verbindt.

We zijn zo sterk in het gedachtenspel gaan geloven dat onze gedachten onze zekerheden geworden zijn, maar niets … NIETS is zo vluchtig als een gedachte, niets is zo veranderlijk als een gedachte, zo vluchtig dat we ons vaak zelfs niet meer kunnen herinneren welke gedachten we net gehad hebben …

We zijn ons zo sterk met onze gedachten gaan vereenzelvigen dat we vergeten zijn, dat wanneer onze gedachten heel even stilstaan, dat we ook dan bestaan … dat we dan ook pas ECHT bestaan.

Onze overtuigingen staan onszelf in de weg, staan onze natuurlijke onderlinge relatie in de weg, staan onze verbondenheid in de weg …. Niet dat we die verliezen, maar we zijn er ons niet meer van bewust … zo sterk zelfs dat als ze zich toch heel concreet aan ons voordoen, in de vorm van vriendschap of van echte Liefde bijvoorbeeld, dat we er bang voor zijn, dat we het zo snel mogelijk willen controleren, willen verdelen, dat we het zelfs verdringen en er afstand van willen nemen als blijkt dat er geen controle over te hebben valt …. Om toch maar in onze illusie van controle te kunnen blijven geloven …



Ons verstand dwingt ons afstand te nemen van wat op natuurlijke wijze IS, verbondenheid, relatie, éénheid, één-zijn, samen één-zijn.

Wat we zijn is net dat wat toelaat dat alles kan zijn. Alleen ons denken verzet zich daartegen. Ons eigen denken verzet zich tegen wat we zelf gecreëerd hebben, niet wij als entiteit of als ego, maar als essentie waaruit alles ontstaat. Wij verzetten er ons tegen enkel en alleen omdat ons denken de omvang van het geheel niet kan bevatten, niet kan omvatten, niet kan ordenen, niet kan controleren … natuurlijk kan het dat niet, dat is ook haar taak niet, dat valt ver buiten haar mogelijkheden !!!

Alles wat is, is in relatie tot alles. Is relatie op zich. Is Liefde, pure Liefde op zich. Omdat wijZelf het gecreëerd hebben, wijZelf als essentie, als pure Liefde-bestaansenergie.

Alleen in het zien van wat is, kan innerlijke rust, vreugde … echte Liefde (onze essentie) ervaren worden.

In Liefde …

Wij aan ons